Azov
Azov is een stad in zuidoost Rusland, aan de Don, even voor de monding van deze rivier in de Zee van Azov. De stad telt ongeveer 80.000 inwoners. De Zee van Azov is een onderdeel van de Zwarte Zee, dat in het zuiden van de rest van deze zee wordt gescheiden door de Straat van Kertsj. Westelijk bevindt zich de Krim (inclusief de kust van de 110 km lange Schoorwal van Arabat), noordelijk ligt eveneens Oekraïens grondgebied, en oostelijk Rusland. De oppervlakte bedraagt 37.555 km2. De voornaamste waterleverancier voor de stad is de rivier de Don, die de zee in het noordoosten bereikt via de zeer ondiepe Golf van Taganrog. Bij de delta van de Don ligt ook de stad Azov, waarnaar de zee is genoemd. Een andere belangrijke rivier die in de Zee van Azov uitmondt is de Koeban in het zuidoosten. De Zee van Azov is met een gemiddelde diepte van slechts 13 meter de ondiepste zee ter wereld. Azov heeft als economie een belangrijke inbreng in bronwater, lichte industrie en verse vis. De stad is ooit gesticht als de Griekse kolonie van Tanais uit de derde eeuw voor Christus. Later kwamen de Turken maar in 1696 veroverde Peter de Grote de stad en opende zuidelijke handelsroutes. In 1711 werd hij echter gedwongen om de stad aan de Turken terug te geven. In 1736 kwam de stad echter weer in Russische handen, maar door het verdrag van Belgrado moest Peter de Grote het fort in de stad ontmantelen.