Irkoetsk (Irkutsk)
Deze stad in de is hoofdstad van de gelijknamige provincie (Oblast) Irkoetsk, gelegen aan de Angara tussen het stuwmeer van Irkoetsk en het Baikalmeer. De stad telt zo ongeveer 650.000 inwoners. Irkoetsk is het grootste economische, culturele en verzorgende centrum van Oost-Siberië; er is een omvangrijke industriële sector, die onder meer aluminiumindustrie (bauxiet uit de Oeral), chemische fabrieken, machinebouw (toelevering omliggende mijnbouwgebieden), houtverwerking en voedingsmiddelenindustrie omvat. Er zijn waterkrachtcentrales bij de stuwdam en er is een pijplijnverbinding met de aardolie- en aardgasvelden van het Wolga-Oeralgebied. Het is een belangrijk verkeersknooppunt in Oost-Siberië met een station aan de Transsiberische spoorlijn en een belangrijke luchthaven. De oude stad is relatief ruim aangelegd en telt nog tal van (historische), meestal in hout opgetrokken, panden. In de stad is onder meer een universiteit (1918) en diverse hogescholen, een polytechnisch instituut, de Siberische afdeling van de nationale Academie der Wetenschappen, diverse musea en theaters, een planetarium en de staatsbibliotheek.
Lange tijd werden Russische keizers en communisten als politieke gevangen verbannen naar Irkoetsk. Deze vaak intelligente mensen hebben het gemiddelde IQ van de stad behoorlijk opgeschroefd. Onder deze mensen bevonden zich onder andere Radishchev, Stalin, Kirov en Molotov. In de late 19de eeuw werd er goud ontdekt in het nabij gelegen Lena Bassin. De Siberische goudkoorts was geboren. Veel gelukzoekers trokken naar de regio. Sommigen vonden hier hun geluk en bouwden prachtige klassieke huizen en openbare gebouwen, die nu nog bestaan. In het centrum bevinden zich hele blokken met houten huizen die in andere steden vaak verwoest zijn. De centrale markt met zijn befaamde viskramen zijn een tip voor als je de stad bezoekt en niet al te veel tijd hebt. Al met al is Irkoetsk een hele leuke stad om een paar dagen in door te brengen.
Geschiedenis
Irkutsk werd in 1652 gesticht als militaire post (Irkoetskozje Simovje) bij de monding van de Irkoet in de Angara met als doel de Buyraten te controleren. In 1686 werd er aan de oever van de Angara een kerk gebouwd en er ontstond een kleine stad. Handelskaravanen met thee uit China passeerden en er kwam een bontmarkt. Vanwege haar historische allure wordt Irkoetsk ook wel "Het Parijs van Siberië" genoemd.
Begin 19de eeuw was Irkutsk het bestuurscentrum voor Siberië geworden, de hoofdstad van een gebied twintig keer zo groot als Frankrijk. In de 19de eeuw werd Irkutsk ook een centrum voor ballingen, waaronder veel aristocraten, zoals de Decembristen die na hun couppoging in 1825 naar Siberië werden verbannen. In 1879 werd tweederde deel van de stad, die vrijwel uitsluitend uit houten gebouwen bestond, door een enorme brand verwoest. Irkutsk wist zich echter opmerkelijk snel te herstellen. Rond 1890 eeuw werd er in de omgeving goud gevonden en dat leidde tot een kleine goudkoorts. Daarmee kwam er een toevloed van mensen naar de stad en ontstonden er vermaakcentra zoals gokhuizen. Eind 19de eeuw was Irkutsk onbetwist het economische en culturele centrum van Siberië. Uit deze tijd dateren veel van de mooie gebouwen in klassieke Russische bouwstijl. Irkutsk werd toen het 'Parijs van Siberië' genoemd. In de stad woonden mensen van diverse pluimage en komaf. Het was ook een stad van grote tegenstellingen tussen arm en rijk. Sommige van de nieuwe rijken waren heel snel welvarend geworden en lieten dat dan zien in hun uitbundige huizen en levensstijl. Het was ook een harde stad, rond 1900 werden er 400 moorden per jaar gepleegd, en dat op een bevolking van 50.000.
In 1891 bracht de kroonprins, de latere tsaar Nikolaas II, een bezoek aan Irkutsk. Dat markeerde de nauwere banden met het centrum. Enkele jaren later, in 1898, zorgde de spoorweg ervoor dat Irkutsk betere verbindingen kreeg. Op 16 augustus van dat jaar arriveerde de eerste Transsiberië Express in Irkutsk. De omwenteling naar het socialisme werd in Irkutsk niet enthousiast begroet. Pas in 1920 toen admiraal Kolchak, de commandant van het Witte Leger, in Irkutsk gevangen werd genomen schikte de stad zich naar het Sovjet gezag. De Sovjettijd bracht Irkutsk industrialisatie, wetenschap en lelijke gebouwen. Geheel in die geest werd in de vijftiger jaren de Angara-rivier ingedamd. Nog altijd wordt, hoewel men er tegenwoordig wel de culturele waarde van inziet, de oude houten architectuur bedreigd door betonnen expansie. Tegenwoordig is Irkutsk een stad met 650.000 inwoners.